zaterdag 11 november 2017

Afwisselend dagje met voorbereidingen in de Zegenpolder

In typisch november weer loop ik rond acht uur met Kees en Laurens van der Wind de Crezéepolder in om een klein uurtje te tellen. Om negen uur worden we namelijk weer in Rhoon verwacht voor de uitleg van een inventarisatieproject in de polders aldaar, maar eerst moeten we natuurlijk nog even hier in de polder staan... We zijn maar net van de dijk afgelopen als we plotseling een roepje horen. Na enkele seconden valt het kwartje: geelgors!! We zien hem dan ook vliegen en het beest lijkt in het veld in te vallen, helaas zat m'n recorder nog in m'n zak dus ben ik net te laat voor een opname. We wachten nog even op Dave vd Spoel waarna we de vogel weer proberen te vinden, maar dat lukt helaas niet. Kennelijk was hij toch doorgevlogen, maar toch wel gelijk weer een leuke waarneming! M'n tweede alweer dit jaar, maar voor Laurens is het z'n 200ste soort dit jaar op IJsselmonde!

Tijdens het zoeken op het veld horen we ook plotseling weer het roepje van een ijsgors. Bizar genoeg kunnen we de vogel weer niet vinden, ongelofelijk. Ik heb werkelijk waar geen idee hoe het die ijsgorzen lukt om ongezien over te vliegen, het is dan ook de derde al op deze manier dit jaar...

Keurig om 9:00 arriveren we in de Zegenpolder bij Rhoon, waar dit jaar is gestart met een experiment. Het is namelijk zo dat de polders alhier zouden worden ontpolderd door de aanleg van de Tweede Maasvlakte. Echter, door o.a. grote tegenstand vanuit de samenleving is er nu voor gezorgd om het extensieve landbouw te maken, waardoor het karakteristieke polderlandschap in stand wordt gehouden. Werkgroep Grauwe kiekendief is daardoor dit jaar begonnen met het aanleggen van o.a. wintervoedselvelden en akkerranden, om zo de biodiversiteit in de polder terug te krijgen. Daarbij hoort uiteraard ook een extensieve manier van landbouwvoeren. Uiteindelijk moet het doel zijn om weer vogelrijke polders te krijgen, o.a. met de terugkeer  van de veldleeuwerik als broedvogel en ook veel voedsel in de winter voor zaadeters. Dat zijn dus hopelijk veel zangvogels, maar ook muizen en daarmee roofvogels als blauwe kiekendief. Dat er muizen zitten blijkt overigens wel uit de vele holletjes en mooie sporen van bosmuizen, maar een dwergmuis die opeens voor ons uit rent is toch ook wel erg leuk om te zien. Deze kleine muizensoort maakt holletjes hoog in het riet, een bijzonder beestje!
Dwergmuis 
Om bij te houden hoe succesvol die maatregelen zijn en hoe het zich zal ontwikkelen alhier, moet gemonitord worden. Aankomende winter gaan wij daar ook aan bijdragen, waarvoor we nu dus een rondleiding van Niels Godijn krijgen die de polder op z'n duimpje kent en nauw met de ontwikkelingen is betrokken.
Zegenpolder
De aantallen vogels vallen ons uiteindelijk tegen, aangezien de Crezéepolder in het verleden veel hogere aantallen vogels herbergde. Wellicht ligt die polder gewoon beter op een trekroute?! Desalniettemin zien we tientallen veldleeuweriken, waterpiepers, ringmussen, kneuen, koperwieken, vinken, kramsvogels, havik en een grote lijster. Niet slecht, maar hopelijk gaat het deze winter nog een stukje beter worden. 
Zegenpolder
Met Laurens van der Wind besluit ik maar lekker met de auto te blijven vogelen en we gaan al de havens maar weer afrijden en hier en daar wat goede plekken checken. De begraafplaats van Pernis komt zo ook weer aan bod, waar het nog steeds spannend is met goudhanen, vuurgoudhanen en zwarte mezen, maar nog geen echte knaller. Dat blijft helaas ook de rest van de middag zo, maar we vermaken ons met zwarte roodstaarten, een halve aflezing van een slechtvalkenring, een groepje kneuen, een enkele grote gele kwikstaart en wat rondhangende roeken.
Geringde slechtvalk
De havens zelf zijn op wat futen, meerkoeten en krakeenden na helaas allemaal leeg, maar wat ons betreft drijft daar vroeg of laat gewoon een keer die duiker in. Dat móét toch gewoon...

Havens op IJsselmonde

Geen opmerkingen:

Een reactie posten