zaterdag 2 mei 2015

Verslag Zuid-Holland Big Day 2015

Tijdens de 'halve' big day in de Delta op 2 januari dit jaar met Laurens van de Wind, Laurens van der Padt en Herman van den Brand, was het plan opgerezen om dit voorjaar met z'n vieren eens een serieuze big day te doen in Zuid-Holland, oftewel, zoveel mogelijk vogelsoorten in onze provincie zien binnen 24 uur. Niet om per se het record van 159 te verbeteren, maar om gewoon eens te kijken hoever we komen, en om er vooral een mooie dag van te maken. 2 mei was de datum die werd afgesproken, en de afgelopen weken werd waarneming.nl gecheckt en menig verslag van eerder gehouden big day's van andere vogelaars doorgelezen. Een route werd in elkaar geflanst en ruim van te voren hadden het plan wel aardig op orde. De laatste afgelopen week was het nog afwachten welke zomergasten er allemaal gearriveerd zijn en welke wintergasten net nog even blijven hangen.

De avond van te voren duurde lang, veels te lang, en uiteindelijk staan we dan ook twintig minuten te vroeg langs de Devel waar we onze Big Day willen aftrappen. Langzaam tikt de tijd weg, en dan is het 12 uur, we mogen! De eerste plek voor ransuil levert niks op, maar wel is het hier een KRAKEEND (1) die roept uit een naastgelegen slootje en dus bovenaan de lijst komt te staan. Luttele minuten later staan daar ook MEERKOET (2) en WILDE EEND (3) bij. In het riet langs de Devel horen we even later de eerste RIETZANGER (4) schetteren en er zit rustig een SPRINKHAANZANGER (5) te ratelen. Ondanks de vele bijgeluiden van het rangeerterrein, een waterpomp en langsrazende treinen, horen we een WATERRAL (6) krijsen uit het riet en schrijven we nog KIEVIT (7), SLOBEEND (8) en FUUT (9) bij, de snorren houden helaas hun snaveltjes dicht. Even verderop zien we een KNOBBELZWAAN (10) in het licht van de lantarenpalen, waarna we bij de voetbalvelden van Heerjansdam ransuil maar weer proberen. Na een korte wandeling tussen de velden met eerst al een paartje SCHOLEKSTER (11), zien we even later een RANSUIL (12) boven het veld jagen. De eerste uil is binnen!

Inmiddels is het half één dus we moeten richting Barendrecht. Bij de Oude Barendrechtse brug kunnen we eenvoudig NACHTEGAAL (13) en CETTI'S ZANGER (14) bijschrijven. De laatste is tot mijn schaamte zelfs nog nieuw voor m'n jaarlijst... De bekende KERKUIL (15) bij Rhoon werkt fantastisch mee, als we de auto uitstappen horen we de vogel al roepen uit de schuur! In een slootje zien we een paartje KUIFEEND (16) en er komt even later nog een ransuil langs de auto zetten.

Het was nu de bedoeling om richting de Rietputten te gaan bij Vlaardingen voor roerdomp, maar omdat de A15 richting Europoort dicht is wijzigen we ons plan en besluiten eerst richting Zevenhuizen te gaan voor woudaap. Op de plek aangekomen gaat het snel want het is een kabaal van jewelste door KLEINE PLEVIER (17), GRUTTO (18), TURELUUR (19), GRAUWE GANS (20), KOKMEEUW (21), BRANDGANS (22), WATERHOEN (23), BLAUWE REIGER (24) en RIETGORS (25). Genietend van al dit nachtleven begint naast ons ook opeens de WOUDAAP (26) te blaffen, yes!  Alsof dat nog niet genoeg is begint op een paar meter van ons een ROERDOMP (27) te hoempen, wat een geluid! Het gaat door merg en been, super! Een KLEINE KAREKIET (28) is de laatste die we hier bijschrijven, waarna we naar de nabij gelegen Eendrachtspolder rijden.

Een aantal hinnikende DODAARSJES (29) worden gretig bijschreven, net als een luid zingende BLAUWBORST (30). De volgende bestemming is Bleiswijk in de hoop op patrijs, bij Barendrecht waren we eerder deze nacht namelijk al kansloos. In Bleiswijk blijkt dat even later helaas ook het geval, maar wel komt er de 3de ransuil van de nacht voorbij gevlogen. De volgende bestemming is steenuil bij Berkel en Roderijs, maar ook dit mislukt helaas en we krijgen geen steenuil te horen. Om enkele minuten voor 3 kunnen we hier nog wel GROTE CANADESE GANS (31) bijschrijven, maar meer ook niet. Het is ondertussen alweer over half vier, dus we vinden het wel tijd om de nacht af te sluiten richting Meijendel te gaan. Onderweg zien we vanaf de snelweg bij Delft enkele OOIEVAARS (32) op hun nest staan, waarna we in Meijendel aankomen met als gemiste nachtsoorten alleen steenuil, patrijs en snor. Voor alle drie hebben we nog wel plekjes en kansen, dus de hoop is er dat we die vlekjes nog wel wegwerken.

Iets over vieren komen we aan bij de parkeerplaats Kievitsduin in Meijendel, waar in het maanlicht vele nachtegalen het nachtelijk duister in schetteren. Na een minuutje of 10 horen we in de verte opeens de derde uil van de dag, een mannetje BOSUIL (33) laat van zich horen, en even later krijgt hij bijval van nog wel 2 exemplaren. Om half vijf begint de eerste ZANGLIJSTER (34) door de nachtegalen heen te schetteren, en een klein half uurtje later zet een HOUTDUIF (35) in. Een houtsnip komt tot onze grote spijt niet langs terwijl we staan te koukleumen, het is immers maar net boven het vriespunt.
Maan gaat onder in Meijendel
We rijden nu een stukje de duinen in, in de hoop dat bij wat open plekken de houtsnip lukt. Dat is niet het geval, maar wel schrijven we KOEKOEK (36), ROODBORST (37), MEREL (38) en de eerste GEKRAAGDE ROODSTAART (39) bij. Weer terug naar de parkeerplaats zit er een BRAAMSLUIPER (40) en TUINFLUITER (41) te zingen, en in een naastgelegen tuin tikken we GOUDHAAN (42), VINK (43), ZWARTE KRAAI (44), ZWARTKOP (45), KOOLMEES (46) en BOOMKRUIPER (47) binnen. Inmiddels is het wel tijd voor de wandeling door de duinen, en klokslag 6 uur lopen we het duin in  bij de pannekoekenboerderij.

Rondom de parkerplaats schettert een WINTERKONING (48), stoeien 2 HEGGENMUSSEN (49) en vliegen er wat SPREEUWEN (50) en ZILVERMEEUWEN (51) over. Net in de duinen horen we gelijk een spannende roffel, en niet lang daarna een kekkerende roep: KLEINE BONTE SPECHT (52), daar hadden we niet direct op gerekend! Tijdens de wandeling naar de zeereep gaat het vlot met de soorten en schrijven we ook nog GROTE BONTE SPECHT (53), GROENE SPECHT (54), TJIFTJAF (55), STAARTMEES (56), KLEINE MANTELMEEUW (57), FITIS (58), AALSCHOLVER (59), GRASMUS (60), TAFELEEND (61), EKSTER (62), HOLENDUIF (63), GRASPIEPER (64), GELE KWIKSTAART (65), KNEU (66) en PIMPELMEES (67). Naast de enkele gele kwikstaarten is er vrijwel geen landtrek, dus we kijken half uurtje over zee. Dat levert nog ROSSE GRUTTO (68), VISDIEF (69), ZWARTE ZEEËEND (70), STORMMEEUW (71), 2 JAN-VAN-GENTEN (72) en 2 GROTE STERNS (73) op, en op het strand staan nog een GEELPOOTMEEUW (74) en GROTE MANTELMEEUW (75). Teruglopend richting de auto staat er in de zeereep een TORENVALK (76) te bidden, zien we enkele ROODBORSTTAPUITEN (77) en 2 'normale' TAPUITEN (78), en jubelt een BOOMLEEUWERIK (79) boven onze hoofden. Een GIERZWALUW (80) en een paar BOERENZWALUWEN (81) trekken over en een groepje GAAIEN (82) is aan het stoeien in het duin terwijl 2 BUIZERDS (83) toekijken als we een groep KROONEENDEN (84) bij kunnen schrijven. Op de wandeling heen hadden we GLANSKOP (85) gemist, maar nu lukt die op de terugweg gelukkig wel! Ook vliegen er wat KAUWEN (86) over die we nog mistten.
Zonsopkomst in de duinen
Om kwart over acht rijden we Meijendel uit om in de naastgelegen tuin een poging te wagen voor kuifmees, appel- en goudvink, boomklever, grote lijster en wellicht al grauwe vliegenvanger. Bij de eerste stop zien we gelijk al een mannetje GOUDVINK (87) en een overvliegende APPELVINK (88) tikken we gelijk af, dit hadden we niet verwacht! Kuifmezen werken helaas niet mee, maar wel zien nog een tweede goudvink en wat goudhanen, maar die hadden we al... In een tuin een stukje richting het zuidoosten roept een BOOMKLEVER (89) en is een zingende BOOMPIEPER (90)  een aangename verrassing!

Inmiddels is het 9 uur dus rijden we nog snel even naar de Horsten in de hoop op Raaf. Die zien we helaas niet, maar we schrijven hier nog wel GROENLING (91), PUTTER (92) en WITTE KWIKSTAART (93) bij. We besluiten dat het mooi geweest is bij Den Haag en rijden richting de Reeuwijkse plassen. Onderweg gaan we er nog even af bij Bleiswijk waar de PATRIJZEN (94) nu gelukkig wel rond lopen, ook schrijven we hier HUISMUS (95) bij. Reeuwijk is een deceptie en het enige wat we uiteindelijk bijschrijven is TURKSE TORTEL (96), snel weer door dus. Het Doove gat is de volgende bestemming en daar gaat het gelijk erg lekker, +18 om precies te zijn: GROTE ZILVERREIGER (97), BRUINE KIEKENDIEF (98), ZWARTE STERN (99), LEPELAAR (100), BONTBEKPLEVIER (101), GROENPOOTRUITER (102), ZOMERTALING (103), BERGEEND (104), OEVERLOPER (105), KEMPHAAN (106), SMIENT (107), SNOR (108), ZWARTE RUITER (109), WINTERTALING (110), WATERSNIP (111), RINGMUS (112), REGENWULP (113)  en als grootste verrassing een KROMBEKSTRANDLOPER (114).
Grote zilverreiger
Krombekstrandloper
We rijden hierna door de Krimpenerwaard richting Rotterdam. Op twee plekken zijn tot onze grote spijt geen steenuilen aanwezig, en als we de polders uitrijden hebben we die dan ook nog steeds niet op zak. Wel zien we nog een SPERWER (115), PURPERREIGER (116), KLUUT (117) en VELDLEEUWERIK (118). Om half twee komen we aan in de Rietputten bij Vlaardingen waar we één BAARDMAN (119) tegenkomen. Daarvoor mistte we al wielewaal en hadden we een kleine twee uur niks nieuws, dus de motivatie was ver te zoeken.

Het pontje naar Rozenburg kunnen we gelukkig vrijwel gelijk oprijden, waarna we richting de Beninger Slikken gaan, een gebied met veel potentie. Onderweg zien we nog OEVERZWALUW (120) en ZWARTKOPMEEUW (121) en in het gebied aangekomen blijkt het tegen te vallen. Er is door het mooie weer veel trilling dus met wat verre steltlopers kunnen we niks. We schrijven nog wel ROUWKWIKSTAART (122) en BONTE STRANDLOPER (123) bij. Nog steeds was de puf er niet echt, we moesten weer een plek hebben waardoor we weer wat energie zouden krijgen, want zo schoot het toch niet erg op. En die 150 moest toch wel te doen zijn....

Onderweg naar het Oostvoornse meer vloog een welkome ROEK (124) over de auto, dat is prettig! Een haviknest bij Oostvoorne blijkt leeg dus dan moet het op het meer maar gaan gebeuren. Snel vindt Herman een BRILDUIKER (125) vanaf Slag Stormvogel, en Slag Bergeend is goed voor MIDDELSTE ZAAGBEK (126), 2 NOORDSE STERNS (127) en gelukkig ook 2 ZEEKOETEN (128)! Dat ging dus toch opeens lekker, zeker als er bij Slag Baardmannetje nog een KLEINE ZILVERREIGER (129) staat. Ook bij de Westplaat is het niet slecht met EIDER (130), STEENLOPER (131) en DWERGSTERN (132). Wat verre steltlopers konden we wederom door de trilling niet afmaken, maar we hadden er weer zin in en nu moesten we die 150 halen ook!

Bij de Kwade Hoek kunnen we ondanks de trilling nog net DRIETEENSTRANDLOPERS (133) en ZILVERPLEVIEREN (134) bijschrijven, waarna we in 1 ruk doorrijden richting de Brouwersdam. Onderweg zien we nog ROTGANS (135) en op de Brouwersdam ligt de ZWARTE ZEEKOET (136) gelukkig al op de dam te wachten. Snel dus weer richting Goedereede, maar het groepje aangeschoten kolganzen in de Koudenhoek blijkt onvindbaar. Wel vliegt er dan eindelijk een WULP (137) over zien we bij Markenje een paartje STRANDPLEVIER (138). Verder is het hier natuurlijk ook leuk vogelen met dwergsterns, vele zwartkopmeeuwen, rosse grutto's en zilverplevieren. We moeten echter verder en hoeven nog maar 12 soorten, dat moet toch wel lukken? Het is inmiddels kwart voor zes dus nog ruim 3 uur te gaan.

Bij Dirksland hadden we nog een plek voor GROTE LIJSTER (139), maar voordat we er zijn vliegt er al eentje over de auto, lekker! We checken onderweg vele plasjes waar we langs rijden, maar bij Herkingen is het eindelijk raak: 3 TEMMINCKS STRANDLOPERS (140) lopen hier namelijk rond. Verder missen we ook nog steeds kleine strandloper, kanoet en bosruiter dus er is nog wel wat te halen...
Plasje bij Herkingen 
Bij de Slikken van Flakkee zie we aardig wat steltjes als we de dijk overlopen, maar die worden vrijwel gelijk opgejaagd door een langs jakkerende SLECHTVALK (141). Snel dus weer verder richting Battenoord, waar we zowaar weer een roofvogel binnen tikken, deze keer een naar noord spoedend SMELLEKEN (142). We rijden hierna door richting de Noorder Krammer door een tip van Dirk van Straalen van een paartje grote zeeëend en toppers. Bij aankomst duurt het niet heel lang voordat we het paartje GROTE ZEEËENDEN (143) zien zwemmen, erg fraai! De toppers laten zich niet zien, maar dankzij zo'n 25 GEOORDE FUTEN (144) en een roepende HAVIK (145) kunnen we totaal 3 soorten bijschrijven.

Een stukje naar het oosten is één van de twee aanwezige zomerkleed IJSDUIKERS (146) snel gevonden, maar tussen de hier aanwezige zwarte sterns en steltlopers kunnen we helaas geen andere nieuwe soorten als witgat of dwergmeeuw vinden. Snel dus maar verder richting Numansdorp waar de hele dag al 4 flamingo's aanwezig zijn. Het is nog maar kwart over zeven dus die 150 moeten we halen!

Vlak voordat we bij Numansdorp de dijk afdraaien richting de Oosterse Bekade Gorzen vliegen er bij een boerderij opeens 3 HUISZWALUWEN (147), eindelijk toch nog deze soort! In het gebied zelf zijn de FLAMINGO'S (148) snel gevonden, en staan we luttele minuten later op de 150 door 2 KLEINE STRANDLOPERS (149) en eindelijk ook BOSRUITER (150).
Flamingo's
Om acht uur vertrekken we weer om de dag maar af te sluiten op IJsselmonde. De BUFFELKOPEEND (151) werkt uitstekend mee op de Gaatkensplas, en een PAAPJE (152) in H.I.Ambacht doet dat ook. Om klokslag 9 uur komen we aan bij de Veersedijk waar we vanuit de rijdende auto de ZWARTE ROODSTAART (153) al op de nok van een schuurtje zien zitten. De laatste soort die we uiteindelijk bijschrijven is een slapende PONTISCHE MEEUW (154) op de Sophiapolder, en we vinden zowaar hier nog een rosse grutto, een goeie soort voor IJsselmonde.

Het is nu 21:15 en we hebben het wel aardig gehad. De 160 gaan we toch niet meer halen dus we laten de steenuil schieten, het is mooi geweest! Met 154 soorten zijn we zelf uitermate tevreden voor de eerste keer. Grootste missers waren overigens ijsvogel, witgat en steenuil, maar goed, je kan niet alles hebben en volgend jaar misschien voor de 160?

1 opmerking: